Uitwisseling van gegevens in het bezit van belastingplichtigen of hun tussenpersonen
1. De lidstaat van verbruik verzoekt krachtens de artikelen 369, 369 duodecies en 369 quinvicies van Richtlijn 2006/112/EG de lidstaat van identificatie met behulp van het in artikel 1 van Uitvoeringsbesluit C(2019) 2866 (1) van de Commissie bedoelde standaardformulier om gegevens in het bezit van een belastingplichtige of een tussenpersoon. De lidstaat van verbruik zendt het standaardformulier langs elektronische weg via het CCN/CSI-netwerk door.
De lidstaat van verbruik vermeldt in het standaardformulier de volgende inlichtingen:
a) een verklaring dat het verzoek is ingediend overeenkomstig artikel 47decies, lid 1, van Verordening (EU) nr. 904/2010;
b) de naam van de belastingplichtige en, in voorkomend geval, de naam van de aangewezen tussenpersoon;
c) het btw-identificatienummer dat door de lidstaat van identificatie is toegekend aan de belastingplichtige of aan de tussenpersoon met betrekking tot de door hem vertegenwoordigde belastingplichtige;
d) de belastingtijdvakken waarop het verzoek betrekking heeft;
e) het soort gegevens dat wordt gevraagd.
2. De lidstaat van identificatie zendt de van de belastingplichtige of zijn tussenpersoon ontvangen gegevens door aan de lidstaat van verbruik met behulp van het in artikel 1 van Uitvoeringsbesluit C(2019) 2866 bedoelde formulier. Het standaardformulier wordt elektronisch via het CCN/CSI-netwerk doorgezonden.
3. Het elektronische bericht dat de lidstaat van identificatie overeenkomstig artikel 47undecies, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 904/2010 naar de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten verzendt, bevat de volgende inlichtingen:
a) een verklaring dat het elektronische bericht is verzonden overeenkomstig artikel 47undecies, lid 1 of lid 2, van Verordening (EU) nr. 904/2010;
b) de naam van de belastingplichtige en, in voorkomend geval, de naam van de aangewezen tussenpersoon;
c) het btw-identificatienummer dat door de lidstaat van identificatie is toegekend aan de belastingplichtige of aan de tussenpersoon met betrekking tot de door hem vertegenwoordigde belastingplichtige;
d) de belastingtijdvakken waarop het voorgenomen administratieve onderzoek betrekking heeft;
e) de reikwijdte van het voorgenomen administratieve onderzoek;
f) de datum waarop de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten uiterlijk antwoord moeten geven op het elektronische bericht.
De lidstaat van identificatie stuurt het elektronische bericht naar de andere lidstaten met behulp van het CCN/CSI-netwerk.
4. De lidstaat van verbruik raadpleegt de lidstaat van identificatie overeenkomstig artikel 47undecies, lid 2, van Verordening (EU) nr. 904/2010 met behulp van het in artikel 1 van Uitvoeringsbesluit C(2019) 2866 bedoelde standaardformulier en langs elektronische weg via het CCN/CSI-netwerk. De lidstaat van verbruik vermeldt in dat standaardformulier de volgende inlichtingen:
a) de naam van de belastingplichtige en, in voorkomend geval, de naam van de aangewezen tussenpersoon;
b) het btw-identificatienummer dat door de lidstaat van identificatie is toegekend aan de belastingplichtige of aan de tussenpersoon met betrekking tot de door hem vertegenwoordigde belastingplichtige;
c) de belastingtijdvakken waarop het voorgenomen administratieve onderzoek betrekking heeft;
d) de reikwijdte van het voorgenomen administratieve onderzoek.
Als de lidstaat van identificatie ermee instemt om een administratief onderzoek in te stellen, stelt hij de andere lidstaten hiervan met behulp van het in lid 3 bedoelde bericht in kennis.